Almabtrieb

18 september 2021

Ken je dat, dat gevoel van wat zijn ze groot en sterk en ik moet er nu vlak langs lopen? In de zomer kun je op de alpenweides koeien tegenkomen. Soms staan ze op je paadje en kun je er maar net langs. En oh wat zijn die hoorns groot! Wat doe jij dan?  

De koeien op de alpenweide maken echter deel uit van een oude manier van leven, die kenmerkend is voor de bergen. De mensen en hun kudden bewegen mee met de seizoenen en gaan daar waar het gras het lekkerst is. Dat betekent dat ze in de lente vanuit het dal naar een ‘tussenalm’ gaan, de Mayen, de Malga. In de zomer verblijven ze hoog op de berg, op de Alpage. Een zwaar leven voor de bergboeren, want zelfs nu nog moet er soms met de hand worden gemolken, en ze verblijven daarbij in niet al te luxe almhutjes. Pas dit jaar zijn in het Val Ferret een paar Alpages voorzien van stroomkabels. Niet voor te stellen toch?

Maar al die kruiden op de berg zorgen voor een melk waar kruidige boter en smaakvolle kaas van worden gemaakt. Meer bio is niet mogelijk, en veel kazen hebben daarom een kwaliteitskeurmerk. De diverse almen hebben tegenwoordig ook een kleine horeca waar je de kazen kunt proeven of van een raclette genieten. Zeker hier in het Val Ferret, waar veel mensen langs komen die de Tour de Mont Blanc lopen.

Désalpe La Fouly

En dan komt het moment dat het seizoen voorbij is en de koeien weer terug naar stal gaan. De bergbewoners maken daar in de herfst een feestje van. Om de dieren te eren waar ze hun bestaan aan danken, en ook om de bergboeren in het zonnetje te zetten en te danken voor hun harde arbeid waardoor een heel dal te eten heeft. Deze ‘Désalpe’ heet in het duits ‘Almabzug’, ‘Almabtrieb’, in het Frans en Italiaans spreken we ook wel van ‘Transhumance’, ‘Transhumanza’.

Ik sta nu in La Fouly te wachten op het moment dat de eerste koeien aankomen. Om mij heen zijn mensen bezig barbecues aan te steken bij de grote feesttent, er lopen mensen in klederdracht met muziekinstrumenten rond, de eerste wijnfles gaat open, ik ruik raclettekaas. Er komt iemand voorbij met een paar ski’s op zijn schouder. Huh?

De stemming is opperbest en feestelijk. Een omroeper kondigt de opening aan, de grote alpenhoorns spelen een lied. Dan snap ik de ski’s, want de lokale ski club heeft de eer om voorop te lopen met alle jeugdleden. De eerste koeien zijn wat vertraagd, begrijp ik. Dat snap ik wel want het is best een eindje lopen vanuit achteraan het dal, dus een hap gras is dan best verleidelijk. We worden verzocht om achter het lint te blijven en stil te zijn als de koeien langskomen want die zijn die herrie niet gewend en kunnen op hol slaan. Ik kijk nog eens naar het lint.

De verschillende almen uit het dal komen om de beurt aan in het dorp, voorafgegaan door een tractor met hun naam. Tussen de bedrijven door speelt een trompetkwartet de Radetzky Mars, en zingt een mannenkoor in het Italiaans almliederen. We zien eerst een paar yaks, een grote kudde geiten met nog twee kleine jonkies, ook de bijen zijn erbij. We mogen honingsnoepjes proeven, en kaas, en schnaps.

En dan komen de eerste koeien. Wat een kabaal met al die bellen om hun nek! Eerst wat bont vee en een Italiaans/Zwitsers ras met enorme, dreunende bellen. Prachtige dieren. Enkele koeien hebben een hoofdtooi van bloemen. Dit zijn de dominante matriarchen van de kudde. Die zijn de baas en stappen trots naast hun eigenaar voort. Sommigen hebben in het verleden een prijs gewonnen bij de ‘match de génisses’. Een parade vol authenticiteit, en gezien de reacties van de lokale bevolking, ook een uiting van saamhorigheid. Dit is meer dan alleen een vermaak voor de toeristen.

En dan komen de ‘reines’. Een verdwaald kind wordt nog even van de straat geplukt. Er zijn wat reines op hol geslagen in de verte, kondigt de omroeper aan. Even wat meer ruimte maken bij het lint. Hmm.

Ze zijn mooi. We zijn ze op de alm al tegengekomen en toen waren ze vredig aan het grazen en lieten ze ons rustig passeren. Dik gespierd, brede kop met hoorns, een paar krulletjes op hun voorhoofd. Een paar honderd kilo krachtig vrouwvolk. Ze stappen stevig door, de straat ligt inmiddels vol mest. Een enkele gaat in galop de straat door, hun begeleider sjorrend aan het leidsel om ze tot bedaren te brengen.

Als de laatste koe gepasseerd is, loop ik er nieuwsgierig achteraan. Het blijkt dat ze even verder de brug oversteken en langs de andere kant van de rivier weer teruglopen naar de alpenwei! Ze mogen nog twee weken verder grazen voordat het seizoen echt is afgelopen…  (lees verder onder de foto's)

Match de Génisses

Even verderop is met dranghekken een omheining rond een stuk wei gemaakt. Erbinnen staan plastic stokken met een lint om een veilige zone te creëren voor de toeschouwers. Want hier gaat het gebeuren, de Grand Match de Génisses, de grote strijd van de vaarzen, ook wel de ‘battle of the reines’ genoemd. Een bekend fenomeen in het Wallis.

De vaarzen worden uit de wijde omgeving naar La Fouly gebracht. Het zijn allemaal driejarige koeien die één keer geïnsemineerd zijn maar nog geen tweede kalf hebben gehad. Een flyer biedt inzicht in de namen, de geboortedata en hun eigenaars. Het principe is simpel. Er worden steeds twee koeien de ring in geleid en dan wordt er bekeken hoe ze op elkaar reageren. De meest dominante koe mag door naar de volgende ronde.

In een kudde is er altijd één koe de baas en als dat duidelijk is, gaat het er doorgaans gemoedelijk aan toe op de wei. Maar als je twee dominante koeien uit verschillende kuddes bij elkaar zet, gaan ze onderling uitmaken wie het meest dominant is. En dat is wat ze hier bij deze match doen. Het is natuurlijk gedrag van deze koeien. Er loopt alleen een meneer bij die, als de koeien geen interesse hebben, ze een beetje in elkaars richting duwt.

Eigenaren uit de omgeving brengen hun meest dominante vaars en kijken hoe deze zich verhoudt tot de andere kudden. Als je een winnaar hebt dan kun je meer geld krijgen voor de nakomelingen. Het eerste paar vertoont geen interesse en gaat staan grazen. Toch is er een winnaar. Ik snap er niets van.

Koe nummer 11 en 15 vormen het hoogtepunt. Ze wrijven met hun hoofd over de grond, en schrapen met hun voorpoten over het gras ter voorbereiding van het gevecht. Een gevecht wat bestaat uit het tegen elkaar zetten van de kop en duwen maar. Wel twintig minuten lang. Geen ‘bokken’ of zo, geen nare aanvallen met de hoorns, maar je ziet wel de enorme kracht van de dieren. Af en toe een onverwachte beweging, oeps, door het lint en tegen het hek. Maar daar ligt hier niemand wakker van. Ik ben voor nummer 11, maar nummer 15 blijkt toch te winnen. Ik ben duidelijk geen kenner. Beide koeien komen uiteindelijk niet eens in de finale.

De finale is zeer teleurstellend binnen één minuut beslist. De koeien worden de ring binnengeleid, ze kijken naar elkaar en nummer 10 gaat staan grazen. Daarmee heeft nummer 9 gewonnen. De prijzen, mooi versierde bellen, worden uitgereikt en iedereen begeeft zich naar de feesttent en zingt “bella ciao”. De volgende ochtend vroeg rij ik door de verlaten straten van La Fouly, zigzaggend tussen het plastic afval. De schoonmaakploeg slaapt zijn roes nog even uit.

Geen Pamplona taferelen dus, geen bloedvergieten en geen dieren in paniek. De eigenaren gaan kundig, vaardig én liefdevol met de dieren om en er wordt niet geslagen. De koeien tonen hun natuurlijke gedrag zoals ze dat ook zouden doen als ze elkaar op de wei zouden tegenkomen. Een oeroude traditie, een stukje historisch erfgoed. Menselijke belangen en inmiddels ook het toerisme spelen natuurlijk wel een rol in de organisatie van deze matches..